woensdag 24 mei 2017

Recensie 'Als engel, maar met roofdierogen'

Het kan dezer dagen niet op chez Meander. In 'Poëzie Kort' een bespreking door Hans Puper van de Baudelairebundel Als engel, maar met roofdierogen van Stichting Spleen, met onder meer aandacht voor het gedicht dat ik daarin schreef, en voor de prachtige bijdrage van Edith de Gilde.

Omdat ik graag eens op mijn eigen trommel sla citeren wij Puper:

Tot mijn verrassing stond een van de genomineerden voor de inmiddels bekendgemaakte Meander Dichtersprijs 2017, Martin Wijtgaard, er ook in. De karakteristiek die ik als jurylid van zijn ingezonden gedichten gaf, komt grotendeels overeen met het gedicht ‘Aaseters’ in deze bundel [...]: ‘Er zijn dichters die je al lang lijkt te kennen als je hen voor het eerst leest. Martin Wijtgaard is een van hen. Met een eigen geluid plaatst hij zich in een traditie die manifest was in de zwarte romantiek, maar die nooit is verdwenen. Zijn mensbeeld zou je kunnen samenvatten met de bekende uitspraak: ‘De mens is de mens een wolf’. Verder noemde ik de vorm van zijn gedichten klassiek en zo goed doordacht, dat ze een uitspraak in herinnering brengen die Piet Gerbrandy in een interview deed: ‘Poëzie is om te horen, ook als je haar stil leest’. 

Euh merci Hans, m'n oren tuten nog steeds.

Geen opmerkingen: