maandag 25 januari 2016

160125

Twee columns, allebei met bijbehorend gedicht. 'Weg met nieuwjaarsdag!' verscheen op 4 januari op de Pom, 'Mayerling' werd vandaag geplaatst. Mocht u zich, naar aanleiding van het gedicht 'Mayerling (II)' afvragen waar het gedicht 'Mayerling (I)' te vinden is, dan luidt het korte, bondige antwoord: 'in de steigers'.

Mayerling


Het is een bekend gegeven: banken vergaren steeds meer geld. Zoedoende raken ze langzaam vol. Daarom moeten ze, net als gewone stervelingen, af en toe grote schoonmaak houden en ruimte scheppen. Afgelopen zomer werd bij zo'n opruimactie in de Schoellerbank, niet ver van de Weense Hofburg, een leren map gevonden met Lebensdokumente, brieven en foto's van de familie Vetsera. De vondst leidde in Oostenrijk tot een kleine sensatie, want de band, die in 1926 'door een onbekende persoon' werd gedeponeerd, bevatte de verloren gewaande afscheidsbrieven van barones Mary von Vetsera, de 17-jarige maîtresse van de Oostenrijkse kroonprins Rudolf.

Mary en Rudolf sloten in 1889 een mysterieus zelfmoordpact dat de geschiedenis is ingegaan als het Mayerling-incident of het Mayerlingdrama*, naar het jachtslot waar het tweetal dood werd gevonden. Je zou kunnen zeggen dat de dubbele zelfmoord een keerpunt in de geschiedenis betekende. Rudolf was de enige zoon van keizer Franz-Joseph, waardoor de troonopvolging drastisch op de schop moest. Denk nou niet dat er ineens een zus van Rudolf op de troon zou komen: in eerste instantie werd Rudolfs oom naar voren geschoven, en in 1896 zijn volle neef Franz-Ferdinand, die op zijn beurt in 1914 werd vermoord, wat de min of meer rechtstreekse aanleiding werd voor de eerste wereldoorlog.

Het Mayerling-incident is niet alleen door zijn politieke 'consequenties' interessant. Vermoedelijk was het de eerste keer dat een gebeurtenis aan het hof op zo'n grote schaal leidde tot wilde speculaties. Rudolf leed al langer aan Stimmungsschwankungen. (Hij schijnt een maand eerder zelfs een soortgelijk zelfmoordpact te hebben voorgesteld aan de actrice Mizzi Kaspar, zijn andere minnares.) Algemeen wordt aangenomen dat hij eerst de barones een kogel door het hoofd joeg en daarna zichzelf.

Toen het stel eenmaal gevonden was, werd van alles in het werk gesteld om het schandaal te verbergen. In het holst van de nacht werden Mary's ooms opgetrommeld om haar lijk zo discreet mogelijk te verwijderen. Volgens de overlevering werd ze tussen haar ooms in een rijtuig gezet, met een bezemsteel in haar jasje zodat ze rechtop zou blijven zitten. Ze werd in allerijl begraven bij de Cisterciënzer abdij in Heiligenkreuz.

Het lichaam van Rudolf werd opgebaard in de Hofburg. Volgens de officiële lezing was hij overleden aan een hartstilstand. Dat bleek lastig vol te houden toen buitenlandse journalisten de ware toedracht van zijn dood ontdekten. Het heeft nog flink wat moeite gekost om de zelfmoordenaar in de gewijde keizerlijke grafkelder te laten bijzetten. Uiteindelijk moest er een dispensatie van het Vaticaan aan te pas komen, waarin werd verklaard dat hij 'geestelijk onevenwichtig' was.

Het geheimzinnige gedoe rondom het incident leidde tot een stortvloed van complottheorieën die amper uit elkaar te houden zijn. Moord, zelfmoord, een fatale ruzie, een mislukte abortus, een vergiftiging - er is zelfs een versie van het verhaal waarin de kroonprins en zijn vriendinnetje door vrijmetselaars zouden zijn omgelegd. Het graf van Mary werd nog driemaal geopend. De laatste keer, in 1991, gebeurde dat illegaal door een zekere Helmut Flatzelsteiner**, een meubelhandelaar uit Linz, die op eigen houtje een sectie op het skelet liet uitvoeren.

Door de vondst van de brieven lijkt de algemeen aanvaarde moord-zelfmoordlezing te worden ondersteund. Wie niet gelooft in een fatale combinatie van romantische Schwärmerei en mentale instabiliteit komt met de brieven zelf niet heel veel verder. Het zijn maar een paar gehaaste kladjes, met hier en daar een spelfout, op briefpapier van het jachtslot:

'Liebe Mutter - Verzeih mir was ich gethan. - Ich konnte der Liebe nicht wiederstehen. In Übereinstimmung mit Ihm will ich neben Ihm im Friedhof von Alland begraben sein. - Ich bin glügklicher im Tod als im Leben.'

Van het Habsburgse keizerrijk is niet veel meer over dan een kleine republiek. Het keizerlijk huis is gereduceerd tot een familie van adellijke politici en zakenlui. Rudolfs vrouw Stéphanie, met wie hij een opgedrongen en ongelukkig huwelijk had, hertrouwde in 1900 en is in Hongarije begraven. Er lijkt geen gegronde reden te zijn om Mary's laatste wens niet alsnog te respecteren. Maar het kerkhof van Alland wacht nog steeds op de illustere gasten.

*) Voor de liefhebbers van Elsschot voegen we daar nog aan toe: Mayerlingdraak, Mayerlingkwestie, Mayerlingroman, Mayerlingbeproeving, Mayerlingwond.
**) Ik kan het ook niet helpen.
 

Mayerling (II)

Om met de grote jongens mee te spelen
moet je je laatste woorden redigeren,
we hebben in de slotscènes geen tijd
voor toespraken op handgeschepte vellen.

We moeten aan je recensenten denken
die, in geairconditionede archieven
op zoek naar wat warmbloediger vermaak,
verlekkerd grutten in je afscheidsbrieven,

geërgerd je gehaaste krabbels spellen,
ze gul voorzien van rode potloodstrepen,
en zure [sic!]jes in de kantlijn schrijven,
die met hun smetteloos geschoeide jatten

nog pulken aan een slecht genezen wond
en zullen blijven spitten in het gat
waarin je met een bezem in je lijf
bent weggemoffeld als een dooie hond.

maandag 4 januari 2016

Weg met nieuwjaarsdag!


Het is te hopen dat u een gezonde slaper bent. Zo niet, dan kent u ze ongetwijfeld. Omdat er in geen enkele taal een woord voor schijnt te wezen noemen we ze, met uw welnemen, De Spoken van Vier Uur. Het zijn de kwelgeesten waarover Bloem het heeft:

Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood


De Spoken schijnen een voorkeur te hebben voor de nanacht, de uren vlak voor zonsopgang. In de geest van de rechtgeaarde insomniac wakkert het minste kuchje aan tot open TB, wordt ieder spierpijntje opgeblazen tot een tumor zo groot als een tennisbal en leidt de aanschaf van een iets te duur boek tot een budgettair Tsjernobyl, met verlies van have en goed als gevolg. Uren later, wanneer het daglicht door de ramen valt, een hete douche en dito koffie hun stichtende werk hebben verricht, blijkt het allemaal best mee te vallen. De kuchjes zijn verdwenen. De tumor wordt een maandje uitgesteld. Met een beetje mazzel komen er zelfs nog flappen uit de automaat.

Uiteindelijk went alles. Als je het riedeltje met die Spoken zo'n vier à vijfduizend keer hebt afgedraaid kun je ze begroeten als oude bekenden. Word je in het holst van de nacht geplaagd door hypochondrie, paranoïa of pessimisme, dan volstaat een blik op de wekker. Je zult zien dat het vier uur is. Ja hoor, daar zijn de Spoken weer. Kom erin Spoken, pak een stoel, bouw een mooi feessie. Ondertussen draai je je nog even om en slaapt lekker verder tot de wekker gaat. Natuurlijk: op een dag ben je werkelijk de klos, krijg je die beroerte of dat gezwel. Tegen die tijd is het vroeg genoeg om je sappel te maken.

Met oud en nieuw is iets soortgelijks aan de hand. Natuurlijk kun je jezelf wijsmaken dat nieuwjaarsdag een vrijdagmorgen is als alle andere. (Zeg eerlijk: hoe vaak heb je jezelf op, laten we zeggen, 1 oktober pas rond vier uur 's middags horen opmerken: 'Hee kut, het is alweer oktober joh!') Maar de traditie wil dat we tussen december en januari een mentale cesuur aanbrengen die we, godbetert, ook nog moeten gebruiken voor contemplatie en evaluatie. Helaas hebben we daarvoor rond de kerstdagen alle tijd. Als je een beetje pech hebt woon je zelfs op het noordelijk halfrond, en ben je voor die bespiegelingen aangewezen op de donkerste periode van het jaar.

De gevolgen liggen voor de hand. Bij het evalueren van het oude jaar worden de mislukkingen en niet gehaalde doelen uitvergroot tot bovenmenselijke proporties. En in de schemer van een decembermiddag lijkt het nieuwe jaar griezelig lang en onheilspellend. Breed grijnzend, flûte in de hand, wensen we elkaar een gelukkig nieuwjaar en denken ondertussen: in tyfusnaam, laat dit niet het jaar zijn van het massieve infarct, het fatale ongeluk, van de echtscheiding of het niet-zo-leuke-nieuwtje van de oncoloog.

Tot overmaat van ramp is de eerste januari een vrije dag. Een van de weinige vrije dagen, ook nog, waarop het hele openbare leven stil ligt, de consumptiemolen stagneert, waarop we bovendien, in het gunstigste geval, onuitgeslapen en mild bekaterd zijn en, kortom, beroofd van alle wapens waarmee we onszelf normaal gesproken besodemieteren. Om Philip Larkin nou maar eens aan te halen, we

[...] sense the solving emptiness
That lies just under all we do,
And for a second get it whole,
So permanent and blank and true.


Kort en goed, die vrije dag op 1 januari, daar zit niemand op te wachten. En om het een feestdag te noemen is helemáál vergezocht. Hebt u ooit op nieuwjaarsdag een popfestival bijgewoond, over een vrijmarkt gestruind of deelgenomen aan reidansen en defilé's? Nee. Net als ieder ander ligt u op 1 januari te lang in bed, verveelt u zich de pleuris en bent u maar wat dankbaar zodra de tredmolen weer begint en er geen tijd meer is voor morbide overwegingen. Laten we de vrije nieuwjaarsdag inleveren en er een mooie, zonnige voorjaarsdag voor in de plaats nemen. Natuurlijk, het is vervelend om met een katertje naar de zaak te gaan. Maar dat doet u op 28 april immers ook, en geen baas is ooit op het idee gekomen om dáárvoor een vrije dag te geven.

Nieuwjaarsdag

Zo'n nieuwjaarsdag is zonde van de tijd,
een dag van vuile nevels, sneeuw of regen,
om katerig de asbakken te legen,
je te wentelen in ledigheid

en, alle goede voornemens ten spijt,
nog éénmaal tot bij drieën uit te slapen
om niet meteen met Wenerzangerknapen
of schansspringen te worden gekastijd.

De nieuwsdienst blijft de hele dag gewijd
aan dronkenschap en afgerukte handen,
uit de hand gelopen kerstboombranden,
vuistgevechten en losbandigheid.

Geen postbode, geen krant bij het ontbijt,
ook buiten is het somber en verlaten:
oud glas en rode modder in de straten;
de buurman is zijn Duitse herder kwijt.

Een feestdag zonder vreugde of jolijt,
een dag voor slappe thee en aspirine.
een dag om stilletjes te zitten grienen:
zo'n nieuwjaarsdag is zonde van de tijd.