donderdag 29 januari 2015

West-Friesland

De zware klei is karig met ventielen
de hoge bomen zijn er wegverkaveld,
de langzaam dichtgeslibde poldersloot
niet diep genoeg voor de verdrinkingsdood,
de zoldering te laag voor een stuk touw,
een snoekduik van de zevende etage
even ondenkbaar als een flatgebouw,

de trein te ver voor uitbraak of bevrijding,
de tegenwind smoort elk initiatief:
wie uren tegen stormen in moet ploegen
onder de lage, grauwe najaarslucht,
vergaat normaal gesproken gauw de lust
voor een fatale sprong onder de wielen.
De zware klei is karig met ventielen.

In dichte, dikke stilte tikken klokken ,
en schrapen lepels in de diepe borden.
Er wordt in stervend dialect gezwegen,
en brood, dat in de motregen des aanschijns
verkregen is, herkauwd met lange tanden.
Iedere zwart omrande onheilstijding
wordt ijverig geduid en getaxeerd.

In ieder schuurtje is een opstand gaande,
in elke kamer wordt gewrokt, gewikt
en tot kastijding van de nabestaanden
een bitter testament in roest gebikt.

Geen opmerkingen: