maandag 18 juli 2016
Aaseters
'Et pourtant vous serez semblable à cette ordure'
Charles Baudelaire
Wanneer je langs de weg stuit op een overschot
dat, gistend in de middaghitte,
door vale kraaien kaalgepikt tot op het bot,
vol ongedierte blijkt te zitten,
word je allicht door sentimenten meegesleurd
van afkeer en van medeleven,
omdat je zelf ooit sterven moet en op jouw beurt
aan dat gespuis bent prijsgegeven.
Wat moet zo'n kreng beginnen met je rouwbeklag?
Het is allang aan gene zijde
waar het, wanneer je de experts geloven mag,
geen baat heeft van ons medelijden.
Bedenk, als je ontzet naar het kadaver staart
dat door de maden wordt verslonden:
we zijn zolang we leven (en naar onze aard)
meer met die aaseters verbonden.
Zet je over je walging heen en onderdruk
je eigenwaan en dure woorden,
kijk naar de hond die, vechtend om het grootste stuk,
zijn soortgenoten zou vermoorden.
Dit zijn onze verwanten, ze zijn net als jij,
de larven en de vette vliegen,
de lijkenpikkers, wroetend in de laffe brij -
want hoe we ook onszelf bedriegen,
ze zijn ons evenbeeld en onze disgenoot,
smerig, obsceen en volgevreten,
feestend op een karkas dat, uitgewoond en dood,
van ons geen donder meer wil weten
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten