Elk jaar dezelfe martelgang,
een reünie, een hengstenbal,
het feest waar je de jonge bruid
gelukwenst met je slagershand.
In juni moet het hooi gemaaid,
pas als het tijd is, eerder niet,
zodat het ruisen van je zeis
geen overbodig opzien baart.
En in de herfst is er de jacht:
de kunst om in de eerste sneeuw
van een stuk aangeschoten wild
het bloedspoor tot zijn hol te volgen,
terwijl je duizend doden sterft
om wat je in een koortsnacht zegt,
om de speurzin van hun honden,
om hun laarzen in je grind.
Elk jaar als het seizoen begint
grijp je onwillig het geweer
om als een vos in kippenvel
in hun meute op te lossen.
Ooit zullen ze hun hoofden schudden
en huiveren voor het lemmet
van je vlijmscherp gesneden grijns
op hun vergeelde groepsportret.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten