maandag 4 januari 2016

Weg met nieuwjaarsdag!


Het is te hopen dat u een gezonde slaper bent. Zo niet, dan kent u ze ongetwijfeld. Omdat er in geen enkele taal een woord voor schijnt te wezen noemen we ze, met uw welnemen, De Spoken van Vier Uur. Het zijn de kwelgeesten waarover Bloem het heeft:

Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood


De Spoken schijnen een voorkeur te hebben voor de nanacht, de uren vlak voor zonsopgang. In de geest van de rechtgeaarde insomniac wakkert het minste kuchje aan tot open TB, wordt ieder spierpijntje opgeblazen tot een tumor zo groot als een tennisbal en leidt de aanschaf van een iets te duur boek tot een budgettair Tsjernobyl, met verlies van have en goed als gevolg. Uren later, wanneer het daglicht door de ramen valt, een hete douche en dito koffie hun stichtende werk hebben verricht, blijkt het allemaal best mee te vallen. De kuchjes zijn verdwenen. De tumor wordt een maandje uitgesteld. Met een beetje mazzel komen er zelfs nog flappen uit de automaat.

Uiteindelijk went alles. Als je het riedeltje met die Spoken zo'n vier à vijfduizend keer hebt afgedraaid kun je ze begroeten als oude bekenden. Word je in het holst van de nacht geplaagd door hypochondrie, paranoïa of pessimisme, dan volstaat een blik op de wekker. Je zult zien dat het vier uur is. Ja hoor, daar zijn de Spoken weer. Kom erin Spoken, pak een stoel, bouw een mooi feessie. Ondertussen draai je je nog even om en slaapt lekker verder tot de wekker gaat. Natuurlijk: op een dag ben je werkelijk de klos, krijg je die beroerte of dat gezwel. Tegen die tijd is het vroeg genoeg om je sappel te maken.

Met oud en nieuw is iets soortgelijks aan de hand. Natuurlijk kun je jezelf wijsmaken dat nieuwjaarsdag een vrijdagmorgen is als alle andere. (Zeg eerlijk: hoe vaak heb je jezelf op, laten we zeggen, 1 oktober pas rond vier uur 's middags horen opmerken: 'Hee kut, het is alweer oktober joh!') Maar de traditie wil dat we tussen december en januari een mentale cesuur aanbrengen die we, godbetert, ook nog moeten gebruiken voor contemplatie en evaluatie. Helaas hebben we daarvoor rond de kerstdagen alle tijd. Als je een beetje pech hebt woon je zelfs op het noordelijk halfrond, en ben je voor die bespiegelingen aangewezen op de donkerste periode van het jaar.

De gevolgen liggen voor de hand. Bij het evalueren van het oude jaar worden de mislukkingen en niet gehaalde doelen uitvergroot tot bovenmenselijke proporties. En in de schemer van een decembermiddag lijkt het nieuwe jaar griezelig lang en onheilspellend. Breed grijnzend, flûte in de hand, wensen we elkaar een gelukkig nieuwjaar en denken ondertussen: in tyfusnaam, laat dit niet het jaar zijn van het massieve infarct, het fatale ongeluk, van de echtscheiding of het niet-zo-leuke-nieuwtje van de oncoloog.

Tot overmaat van ramp is de eerste januari een vrije dag. Een van de weinige vrije dagen, ook nog, waarop het hele openbare leven stil ligt, de consumptiemolen stagneert, waarop we bovendien, in het gunstigste geval, onuitgeslapen en mild bekaterd zijn en, kortom, beroofd van alle wapens waarmee we onszelf normaal gesproken besodemieteren. Om Philip Larkin nou maar eens aan te halen, we

[...] sense the solving emptiness
That lies just under all we do,
And for a second get it whole,
So permanent and blank and true.


Kort en goed, die vrije dag op 1 januari, daar zit niemand op te wachten. En om het een feestdag te noemen is helemáál vergezocht. Hebt u ooit op nieuwjaarsdag een popfestival bijgewoond, over een vrijmarkt gestruind of deelgenomen aan reidansen en defilé's? Nee. Net als ieder ander ligt u op 1 januari te lang in bed, verveelt u zich de pleuris en bent u maar wat dankbaar zodra de tredmolen weer begint en er geen tijd meer is voor morbide overwegingen. Laten we de vrije nieuwjaarsdag inleveren en er een mooie, zonnige voorjaarsdag voor in de plaats nemen. Natuurlijk, het is vervelend om met een katertje naar de zaak te gaan. Maar dat doet u op 28 april immers ook, en geen baas is ooit op het idee gekomen om dáárvoor een vrije dag te geven.

Nieuwjaarsdag

Zo'n nieuwjaarsdag is zonde van de tijd,
een dag van vuile nevels, sneeuw of regen,
om katerig de asbakken te legen,
je te wentelen in ledigheid

en, alle goede voornemens ten spijt,
nog éénmaal tot bij drieën uit te slapen
om niet meteen met Wenerzangerknapen
of schansspringen te worden gekastijd.

De nieuwsdienst blijft de hele dag gewijd
aan dronkenschap en afgerukte handen,
uit de hand gelopen kerstboombranden,
vuistgevechten en losbandigheid.

Geen postbode, geen krant bij het ontbijt,
ook buiten is het somber en verlaten:
oud glas en rode modder in de straten;
de buurman is zijn Duitse herder kwijt.

Een feestdag zonder vreugde of jolijt,
een dag voor slappe thee en aspirine.
een dag om stilletjes te zitten grienen:
zo'n nieuwjaarsdag is zonde van de tijd.

Geen opmerkingen: