De stelling die je hebben wou
laat ik je met genoegen na.
Verheug je niet, er is geen spijt,
het is je allemaal gegund.
Je zult me niet paniekerig
met handkarren of vee zien sjouwen,
er zijn geen kinderen te redden
en de vrouwen zijn verloren.
De kelders heb ik leeggedronken,
het huis voor je in brand gezet,
in koele bronnen gif gestrooid.
Wat let je? Maak een frisse start.
Ik zal, terwijl je gek van dorst
je uitgeteerde paarden slacht,
de peren plukken in de schaduw
van het land achter mijn rug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten