donderdag 29 januari 2015
150129
Hieronder volgt, na wat cosmetische ingrepen, het derde gedicht uit de Eijlders-reeks van anderhalve week geleden. Wie weet wordt op den duur de titel nog veranderd. Het woord 'streekroman' dringt zich op. Een vrij beknopte roman dan toch. In 25 regels is alles gezegd.
West-Friesland
De zware klei is karig met ventielen
de hoge bomen zijn er wegverkaveld,
de langzaam dichtgeslibde poldersloot
niet diep genoeg voor de verdrinkingsdood,
de zoldering te laag voor een stuk touw,
een snoekduik van de zevende etage
even ondenkbaar als een flatgebouw,
de trein te ver voor uitbraak of bevrijding,
de tegenwind smoort elk initiatief:
wie uren tegen stormen in moet ploegen
onder de lage, grauwe najaarslucht,
vergaat normaal gesproken gauw de lust
voor een fatale sprong onder de wielen.
De zware klei is karig met ventielen.
In dichte, dikke stilte tikken klokken ,
en schrapen lepels in de diepe borden.
Er wordt in stervend dialect gezwegen,
en brood, dat in de motregen des aanschijns
verkregen is, herkauwd met lange tanden.
Iedere zwart omrande onheilstijding
wordt ijverig geduid en getaxeerd.
In ieder schuurtje is een opstand gaande,
in elke kamer wordt gewrokt, gewikt
en tot kastijding van de nabestaanden
een bitter testament in roest gebikt.
de hoge bomen zijn er wegverkaveld,
de langzaam dichtgeslibde poldersloot
niet diep genoeg voor de verdrinkingsdood,
de zoldering te laag voor een stuk touw,
een snoekduik van de zevende etage
even ondenkbaar als een flatgebouw,
de trein te ver voor uitbraak of bevrijding,
de tegenwind smoort elk initiatief:
wie uren tegen stormen in moet ploegen
onder de lage, grauwe najaarslucht,
vergaat normaal gesproken gauw de lust
voor een fatale sprong onder de wielen.
De zware klei is karig met ventielen.
In dichte, dikke stilte tikken klokken ,
en schrapen lepels in de diepe borden.
Er wordt in stervend dialect gezwegen,
en brood, dat in de motregen des aanschijns
verkregen is, herkauwd met lange tanden.
Iedere zwart omrande onheilstijding
wordt ijverig geduid en getaxeerd.
In ieder schuurtje is een opstand gaande,
in elke kamer wordt gewrokt, gewikt
en tot kastijding van de nabestaanden
een bitter testament in roest gebikt.
donderdag 22 januari 2015
150122
Omwegen en Momentopnamen voor en na de wolf, voorgedragen op zondag 18/1 in café Eijlders, Amsterdam.
Het derde gedicht, een claustrofobisch stukje nestbevlekking, staat tot nader order in de garage en volgt spoedig.
Het derde gedicht, een claustrofobisch stukje nestbevlekking, staat tot nader order in de garage en volgt spoedig.
Omwegen
Die eeuwige bespreking met de baas,
de files die de radio niet meldt:
nee. Gun haar liever luisterrijke leugens,
de zege van een bittere illusie.
Beloon haar onbaatzuchtige fiducie
in elke uitvlucht die je moet bedenken
wanneer het 's avonds weer wat later wordt,
verantwoord scrupuleus elke seconde,
besmeur jezelf, fingeer de mooiste zonden.
Stoffeer haar rancuneuze achterdocht
met pluche uit een louche hoerenkit,
steelse alcoholische excessen,
heimelijk verorberde kroketten
en nooit geconsumeerde herdersuurtjes
bij steeds opnieuw verzonnen minnaressen.
Voorzie hun wulpse reet van pauweveren,
veins spilzucht en een passie voor roulette
in speelholen vol listige croupiers.
Bekwaam je in geroutineerd berouw,
verlies je in doorvoelde mea culpa's:
zolang ze nooit parfum of kegel ruikt
zal ze je mild en dankbaar pardonneren
voor elke laffe smoes die je gebruikt
opdat je maar de wagen neer kan zetten
en je een kleine drie kwartier per dag
alleen achter je dashboard kunt verschuilen
om te huilen.
de files die de radio niet meldt:
nee. Gun haar liever luisterrijke leugens,
de zege van een bittere illusie.
Beloon haar onbaatzuchtige fiducie
in elke uitvlucht die je moet bedenken
wanneer het 's avonds weer wat later wordt,
verantwoord scrupuleus elke seconde,
besmeur jezelf, fingeer de mooiste zonden.
Stoffeer haar rancuneuze achterdocht
met pluche uit een louche hoerenkit,
steelse alcoholische excessen,
heimelijk verorberde kroketten
en nooit geconsumeerde herdersuurtjes
bij steeds opnieuw verzonnen minnaressen.
Voorzie hun wulpse reet van pauweveren,
veins spilzucht en een passie voor roulette
in speelholen vol listige croupiers.
Bekwaam je in geroutineerd berouw,
verlies je in doorvoelde mea culpa's:
zolang ze nooit parfum of kegel ruikt
zal ze je mild en dankbaar pardonneren
voor elke laffe smoes die je gebruikt
opdat je maar de wagen neer kan zetten
en je een kleine drie kwartier per dag
alleen achter je dashboard kunt verschuilen
om te huilen.
Momentopnamen voor en na de wolf
1.
Ook deze zomer duurt niet voor altijd
en er is haast dus poets je vel,
polijst je stakerige leden. Ga,
slijp je bekoorlijkheden want
er valt wat in te halen, ga,
vier op je laatste ongekozen strand
je eerste kalverliefdes met blootsvoets
in lijdzaam zand gesmeerde initialen.
Was ooit een lam zo tot de slacht bereid?
op het krediet van wat nog niet -
op valse munt en ongedekte cheques
van klefheid en wie weet terloopse seks
koop je jezelf een wolf, het arme beest
weet amper waar je aan begonnen bent.
Nog niet beducht voor valkuilen en strikken
scant hij met slagersblik je leest
en doet wat hij van oude wolven kent:
likkebaardend in je lichtbak blikken,
zich willig naar je minne grillen schikken
en hondstrouw wachten tot je hem laat stikken.
2.
Na de veldslag smijt je je soldaat
als uitgekauwde bubblegum op straat
en aan het zadel van je nieuwe Vespa
bungelt mismoedig zijn verloren staart.
Je put uitvoerig uit je arsenaal
van bliksemsnel verworven lichaamstaal
waar elke curve bestudeerd en elke pose
aangeleerd, gewikt, gewogen, uitgekozen wordt:
een hand naar links, een arm omhoog, je been
schijnbaar toevallig zo bevallig neergelegd,
gecalculeerd als langs een gradenboog,
een schouder, die weet ik veel wat belooft,
wordt straks weer onverschillig opgehaald.
De wolf die je je leergeld hebt betaald
sleept bloedend de trofeeën naar zijn hol.
Hij rolt zich in zijn vale schapenvacht
en valt in slaap met de herinnering
aan hoe je, bang en breekbaar in de nacht,
de rekwisieten voor je nieuwe rol
uit zijn vergeten ogen hebt geroofd.
Ook deze zomer duurt niet voor altijd
en er is haast dus poets je vel,
polijst je stakerige leden. Ga,
slijp je bekoorlijkheden want
er valt wat in te halen, ga,
vier op je laatste ongekozen strand
je eerste kalverliefdes met blootsvoets
in lijdzaam zand gesmeerde initialen.
Was ooit een lam zo tot de slacht bereid?
op het krediet van wat nog niet -
op valse munt en ongedekte cheques
van klefheid en wie weet terloopse seks
koop je jezelf een wolf, het arme beest
weet amper waar je aan begonnen bent.
Nog niet beducht voor valkuilen en strikken
scant hij met slagersblik je leest
en doet wat hij van oude wolven kent:
likkebaardend in je lichtbak blikken,
zich willig naar je minne grillen schikken
en hondstrouw wachten tot je hem laat stikken.
2.
Na de veldslag smijt je je soldaat
als uitgekauwde bubblegum op straat
en aan het zadel van je nieuwe Vespa
bungelt mismoedig zijn verloren staart.
Je put uitvoerig uit je arsenaal
van bliksemsnel verworven lichaamstaal
waar elke curve bestudeerd en elke pose
aangeleerd, gewikt, gewogen, uitgekozen wordt:
een hand naar links, een arm omhoog, je been
schijnbaar toevallig zo bevallig neergelegd,
gecalculeerd als langs een gradenboog,
een schouder, die weet ik veel wat belooft,
wordt straks weer onverschillig opgehaald.
De wolf die je je leergeld hebt betaald
sleept bloedend de trofeeën naar zijn hol.
Hij rolt zich in zijn vale schapenvacht
en valt in slaap met de herinnering
aan hoe je, bang en breekbaar in de nacht,
de rekwisieten voor je nieuwe rol
uit zijn vergeten ogen hebt geroofd.
Abonneren op:
Posts (Atom)